‘Gek genoeg bleek het dieptepunt van de therapie ook het keerpunt te zijn’
‘Hoe leg je iemand die nooit depressief is geweest uit hoe je je dan voelt? Lastig. Sinds mijn twintigste ben ik een paar keer depressief geweest. Ik voelde me leeg. Inspiratieloos. Eigenlijk zag ik geen enkele reden meer om nog mijn bed uit te komen. De gedachte aan zelfmoord is natuurlijk weleens bij me opgekomen – dat hoort erbij – maar ik heb het nooit serieus overwogen. Ik weet wat ik moet doen als ik depressief ben: mezelf niet opsluiten. In beweging blijven. Maar in die slechte periodes kon ik me daar nauwelijks toe zetten. Mijn wereldje werd steeds kleiner…’
‘Ik heb een paar keer hulp gezocht voor mijn depressies. In alle gevallen hielp de therapie wel een beetje, maar we kwamen niet – zoals de laatste keer – tot de kern. Misschien lag dat aan de therapeuten; die waren best oké, maar we hadden geen echte klik. Toen ik begin 2017 weer depressief werd, voelde ik er dan ook weinig voor weer in therapie te gaan. Het helpt toch niet, dacht ik. Maar ditmaal bleef het niet bij een depressie. In die tijd werkte ik als projectmanager bij een internetbedrijf. De werkdruk was hoog en er waren conflicten met klanten. Van de stress sliep ik ’s nachts nauwelijks en op een dag kreeg ik paniekaanvallen. Mijn broer – die ook mijn beste vriend is – haalde me over om toch hulp te gaan zoeken. “Zo kan het gewoon niet langer”, zei hij. Hij had gelijk. Via via vond ik een psychotherapeute.’
Best streng
‘Met deze vrouw had ik wél een klik; zij was zorgzaam, maar ook best streng. We hebben eerst een paar kennismakingsgesprekken gehad. Die gingen vooral over mijn dagelijks leven: wat is er deze week allemaal gebeurd? Hoe voelde ik me daarbij? In het begin lukte het me absoluut niet om die vraag te beantwoorden. Het duurde wel een halfjaar voordat ik enigszins kon aangeven wat ik voelde en wáár ik dat voelde.’
Klein jongetje
‘Mijn therapeute stelde schematherapie voor. Hierbij leer je gedragspatronen te herkennen die zijn ontstaan in je jeugd en die in je leven telkens opnieuw voor problemen zorgen. We ontdekten deze patronen door situaties te bespreken die ik in mijn huidige leven moeilijk vind. Wat voelde ik op zulke momenten? Daarna keken we: in welke situaties had ik me vroeger, als klein jongetje, ook zo gevoeld?’
Het angstige kind
‘Het uitgangspunt van de schematherapie is dat ieder mens verschillende persoonlijkheden in zich heeft. Het blije kind. Het angstige kind. De gezonde volwassene. De straffende ouder. Enzovoorts. Door de gesprekken met mijn therapeute ontdekte ik dat de straffende ouder in mij fors vertegenwoordigd is; ik was vaak heel streng voor mezelf en stond mezelf niet toe om verdrietig of onzeker te zijn. Ook het angstige kind stak opvallend vaak de kop op. In moeilijke situaties voelde ik me de kleine Mark, die gebukt ging onder de spanningen tussen zijn ouders – en daar met niemand over mocht praten.’
Altijd strijd
‘Mijn ouders zijn nog bij elkaar, maar vroeger was er veel ruzie bij ons thuis. Ik herinner me vooral de periode tussen mijn zesde en achtste. Zo gezellig als het bij vriendjes was, zo akelig was het bij ons. Altijd spanning, altijd strijd. Ik schaamde diep voor de problemen thuis en praatte er met niemand over.
Hoe onzeker en angstig de situatie voor mij was, heb ik me pas tijdens mijn laatste therapie gerealiseerd. Als klein jongetje gaf ik mezelf de schuld van alle ellende. En dat deed ik nu, als volwassen man, weer. Tijdens conflictsituaties op mijn werk verdween ik als het ware; het lag allemaal aan mij. Dat was een heel confronterende ontdekking.’
Pijnlijk proces
‘Mijn therapeute leerde me hoe ik meer grip op lastige situaties kon krijgen. Ze vroeg: “Wat zou de gezonde volwassene in jou tegen het angstige kind zeggen? En de straffende ouder, wat verbiedt hij jou op dit moment?” Dat leverde me heel veel op. Ik kreeg inzicht in hoe mijn brein werkt en ik leerde dat ik zelf kan kiezen hoe ik omga met situaties. Dat lukt natuurlijk niet van het ene op het andere moment; het was een pijnlijk proces.
Zo’n therapiegesprek duurde drie kwartier, maar soms gingen er dagen overheen voordat ik er weer een beetje van bijgekomen was. Mijn therapeute heeft me hier ook van tevoren voor gewaarschuwd. Ze zei: “Vroeger of later in de therapie ga je door een heel zware fase.”’
Keerpunt
‘Bij mij kwam die zware fase op het moment dat ik enigszins begreep hoe het werkte in mijn brein. De beerput ging open. Wat ik het allerheftigste vond, was de ontdekking dat mijn gevoel voor eigenwaarde zo verschrikkelijk laag was. Het is zo verdrietig om jezelf niks waard te vinden.
Gek genoeg bleek dit dieptepunt van de therapie ook het keerpunt te zijn. Vanaf dat moment ben ik weer opgekrabbeld. Dat zware, depressieve gevoel was weg. Het was alsof er een last van me was af gevallen.’
Niet bang
‘Na een reïntegratieproces ben ik gewoon weer aan het werk gegaan. Ik maak me niet meer zo druk over problemen. En áls ik een keertje in de stress dreig te schieten, doe ik een stapje terug. Wat voel ik? Hoe kan ik hier op een gezonde manier mee omgaan?
Onlangs zei mijn therapeute: “Ik heb het gevoel dat je stabiel bent. Denk er maar eens over of we de therapie langzamerhand zullen afbouwen.” Dat hebben we gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat mijn depressie wel weer een keertje terug zal komen. Daar ben ik niet meer bang voor. Minder goede periodes horen bij het leven, en ik durf er nu op te vertrouwen dat het vanzelf weer beter zal gaan. Mocht dat niet zo zijn, dan heb ik een vangnet. De deur van mijn therapeute staat altijd voor me open.’
×