‘Zonder hulp was ik verloren geweest’
‘Ik was 25 jaar en hing alleen maar in de kroeg. Zo zag mijn leven er eigenlijk al uit sinds mijn 15e en ik was het zat. Begrijp me goed: het was een onwijs leuke tijd – veel drank, veel drugs – maar het voelde steeds minder goed in mijn hoofd. Ik kreeg last van angst- en paniekaanvallen. Claustrofobie, pleinvrees – op het laatst was ik bang voor bijna alles. Mensen in mijn omgeving hadden geen idee hoe erg ik eraan toe was. Ik had allerlei trucs ontwikkeld om dat te verbergen.’
‘Ik ben op zoek gegaan naar psychische hulp. De ene hulpverlener adviseerde groepstherapie, de ander wilde dat we heel diep gingen graven in mijn verleden. Ik wist niet precies wat ik wel zocht, maar dat was het niet. Uiteindelijk stuurde mijn huisarts me door naar Laura voor cognitieve gedragstherapie. Voor het eerst sloot een therapie aan bij wat ik wilde. Ik voel er niets voor om twee uur op een bank te liggen analyseren wat er in mijn kindertijd gebeurd is. Dat zal allemaal wel. Ik wil het nu oplossen. Werken aan toekomstbestendigheid. Heel praktisch.’
Mantra
‘Van Laura leerde ik dingen die ik meteen kon toepassen in mijn huidige leven. Een voorbeeld. Naast mijn angsten had ik ook last van dwanggedachten; ik wilde alles controleren. Als ik mijn tas inpakte, moest ik van mezelf bijvoorbeeld allerlei dingen meenemen die ik helemaal niet nodig had. Laura zei: “Kijk eens wat er gebeurt als je die spullen laat liggen. Ga je dan dood? Nee.”
Zo leerde zij me hoe ik mijn dwanggedachten als het ware kon uitzetten. Zo van: ik denk dit nu wel, maar ik kan het ook niet denken. En als ik het niet denk, heb ik ook geen probleem. Deze uitspraak is een van mijn mantra’s geworden; ik zeg het nog steeds weleens tegen mezelf.’
Karikatuur
‘Angsten en dwanggedachten kun je dus bezweren door dingen gewoon te doen. Klinkt simpel, maar ach, wat vond ik het moeilijk. Waarom ik het toch probeerde? Omdat ik wist dat er iets moest gebeuren, en omdat ik Laura geloofde als ze zei dat het mij zou helpen. Ik gleed steeds verder af. Op de momenten dat ik diep zat, dacht ik weleens: ik word knettergek. Dit is geen leven meer. Ik ben nooit dol geweest op feestjes en volle bioscoopzalen, maar nu kwam ik helemaal nergens meer. Ik was een karikatuur van mezelf aan het worden. Zonder hulp was ik verloren geweest.’
Stapje verder
‘Mensen denken: therapie is een uurtje per week. Gelul. Als je écht iets wilt veranderen, dan ben je daar zeven dagen per week zoet mee. Tijdens de therapie praatte ik met Laura vooral over het hier en nu. Hoe heb ik me afgelopen week gevoeld? Wat moet ik doen om een stapje verder te komen?
Ik kreeg vaak opdrachten mee naar huis. Ga komende week een keertje met de trein. Stap weer eens in een auto. Ik moest de dingen doen die ik niet meer durfde. Soms lukte het me binnen een week, maar het kwam ook voor dat het me weken kostte om de opdracht uit te voeren.
Aan het eind van zo’n dag proberen was ik doodmoe. Om die reden heb ik de therapie een paar keer onderbroken. Al dat praten, al dat proberen – het was zo intensief. Ik had af en toe gewoon even een adempauze nodig. Daarna pakten Laura en ik de draad weer op.’
Kroegtijger
‘Om een beeld van mij te krijgen, informeerde Laura natuurlijk ook weleens naar dingen die in mijn jeugd zijn gebeurd. Oké, mijn ouders zijn gescheiden, ik ben enig kind en zo kan ik nog wel een paar puntjes afvinken. Maar voor mij is dat echt water onder de brug. Het is voorbij. Ik doe er geen zak meer aan. Ik wil niet terug. Ik wil dóór. En dat is me gelukt. Na vijf jaar hebben we de therapie langzaam afgebouwd. Laura heeft me de handvatten gegeven om er zelf iets van te maken. Ik heb nu een partner, twee kindjes, een fijn huis en een baan. Zonder therapie was me dat nooit gelukt.
Ik ben in staat om verantwoordelijkheid te nemen en niet altijd mezelf op de eerste plaats te zetten. Mijn leven als kroegtijger verbleekt bij het leven dat ik nu heb. Alles draait om mijn gezin – en hoe we er samen iets goeds van kunnen maken.’
Files
‘Hoewel ik de meeste dingen wel weer doe, blijf ik een controlfreak. Mijn eerste paniekaanval kreeg ik in een vliegtuig. Sindsdien heb ik nooit meer gevlogen, en dat is mij nog steeds een brug te ver. Op liften ben ik ook niet dol, maar ik stap er wel gewoon in. Situaties waarin ik geen keuze heb, waarin ik de regie kwijt ben, blijven lastig.
Files vind ik verschrikkelijk. Je kunt geen kant op en hebt geen idee hoe lang dat nog gaat duren. Als ik op de routeplanner zie dat het verkeer vaststaat, neem ik de afslag en wacht tot de file voorbij is. Tot op zekere hoogte pas ik mijn leven dus nog steeds aan op mijn angsten, maar het is niets vergeleken met vroeger. Ik bedoel: ik stap wél in die auto.’
Geluk gehad
‘Mijn vader vertelde mij laatst dat hij ongeveer op dezelfde leeftijd als ik ook geestelijke problemen heeft gekregen. Ze stuurden hem naar de kapelaan die hem adviseerde om thuis weesgroetjes te gaan doen. Zo ging dat 50 jaar geleden. Godzijdank leven we nu in een andere tijd. Ik heb geluk gehad. Omdat ik nu leef, en ook omdat ik van nature een ondernemend persoon ben.
Voor mij was het niet moeilijk om op zoek te gaan naar de juiste therapeut. Soms zie ik mijn oude kroegmaten. Daar is helemaal niets meer van over. Dan denk ik: hadden zij maar hulp.’
×